‘Mensen een goed gevoel geven vind ik belangrijker dan rijk zijn’


Turkse slagers en groentewinkels horen bij het Nederlandse straatbeeld. Maar een Turkse elektronicawinkelier kom je niet vaak tegen. Ismail Canbaz uit Amsterdam runt al negentien jaar op zijn eigen hartelijke manier een elektronicazaak: Radio Level. “Mensen een goed gevoel geven vind ik belangrijker dan rijk zijn. Een dure auto, daar geef ik niks om.”

december 2005

Je weet bijna niet waar je lopen moet bij Radio Level, een soort winkel van Sinkel op het gebied van beeld en geluid. Planken puilen uit. De vloer staat vol met luidsprekers en andere apparatuur. Zelfs aan het plafond hangen producten. Op de toonbank heeft Canbaz zelf een verhoging geconstrueerd, anders was er geen plaats meer voor de satellietontvanger. “Uitbreiden is makkelijker dan beperken,” beaamt eigenaar Ismail Canbaz glimlachend.

Zuinigheid en vlijt

Als jongen van vijftien verhuisde Canbaz van Ankara naar Amsterdam in het kader van gezinshereniging. Zijn vader werkte als ploegbaas bij de NS waar hij veel respect genoot. Zijn zoon zou machinist worden, zo had hij besloten. Maar de jonge Ismail had zijn zinnen op de handel en elektronica gezet. Al tijdens de middelbare school verzamelde hij defecte apparatuur, lapte deze op en verkocht ze door aan vrienden en buurtgenoten. Je openlijk verzetten tegen de wil van je Turkse vader, dat doe je echter niet. Dus wekte Isamail tijdens het sollicitatiegesprek bij de NS express een ongunstige indruk waardoor hij werd afgewezen. Zijn vader was woest, maar steunde zijn zoon uiteindelijk door dik en dun toen hij zag dat deze door hard werken in de elektronica ook een goed belegde boterham verdiende.

“Ik begon met een klein winkeltje” vertelt Canbaz. “Daar was ik doordeweeks en op zaterdag. Op de zondagen stond ik met hulp van mijn familie op de markt in Beverwijk. Na zeven jaar ben ik met de markt gestopt om me alleen nog op de winkel te kunnen concentreren.”

Met zijn gestudeerde zuster, die inmiddels is geremigreerd naar Turkije, maakte Canbaz een businessplan. Hiervoor kon hij echter geen krediet krijgen, omdat het pand dat hij huurde op de nominatie stond om gesloopt te worden. De gebruikelijke verhuisvergoeding van de gemeente kreeg hij echter wel. Deze investeerde hij in het nieuwe pand. Met zuinigheid en vlijt wist hij op de verbouwing te besparen. Canbaz: “Zodoende had ik toch nog de beschikking over een bescheiden investeringskapitaal. Ik heb daarna ook nooit geld hoeven lenen, daar ben ik wel trots op, ja.”

Buitenkansjes

De klantenkring van Canbaz bestaat voornamelijk uit zwarte en blanke Nederlanders en niet- zoals je misschien zou verwachten -uit Turkse landgenoten. Dat komt volgens Canbaz omdat in de Turkse muziek geen zware bassen zitten. De jongeren die bij hem kopen, luisteren liever naar andere soort muziek en kopen daarvoor de nieuwste en duurste apparatuur.

Een andere groep klanten bestaat uit kunstenaars. Zij komen af op de enorme variatie aan onderdelen bij Level die ze in hun werk kunnen gebruiken. Of ze hebben gehoord dat er weer eens iets geks in de etalage ligt. Een oude militaire verrekijker die op een tank heeft gestaan bijvoorbeeld. Na de val van de muur kon hij voordelig de hand leggen op grote partijen uit het Oostblok. Spotgoedkope scheerapparaten uit Polen of Russische geluidsprojectoren. “Studenten van DasArt, de Amsterdamse Hogeschool voor Theater en Dans komen regelmatig binnenwaaien,” vertelt Canbaz. “Vaak krijg ik een uitnodiging voor performances en tentoonstellingen, maar daar heb ik meestal geen tijd voor.”

Voor de keuze van het assortiment en de inkoop is Canbaz zelf verantwoordelijk. Daarbij gaat hij vaak af op zijn intuïtie. “Ik zag laatst ergens een kleine generator staan en voelde gewoon dat daar handel in zat. Mensen in Turkije hebben vaak last van stroomstoringen en dan komt zo’n apparaat goed van pas.”

Soms blijkt een leverancier een goede raadgever. “Iemand adviseerde me eens om waswringers te verkopen. Ik wist eerst zelfs helemaal niet wat dat was. Als proef heb ik er eentje in de winkel gezet. Het bleek inderdaad in een behoefte te voorzien, handig voor op de camping, dus heb ik er toen een paar honderd afgenomen. Ze gingen als baklava over de toonbank.”

Tamtam

Correctheid en behulpzaamheid zijn de normen en waarden die Canbaz hoog in het vaandel draagt. De houding van de Turkse Nederlander is eerder hartelijk dan commercieel te noemen. Hoewel er bijvoorbeeld tegenwoordig weinig meer te verdienen valt aan reparatie, zal Canbaz er zijn neus er niet voor ophalen. Zo merkte ook een klant die daarvan op zijn weblog enthousiast melding maakte. Zijn vrouw had bij een chique Amsterdamse winkel een Loewe design looptelefoon gekocht. Net na het verstrijken van de garantietijd weigerde de dure aankoop echter dienst. Het oordeel van de gerenommeerde zaak luidde: repareren doen we niet meer, anderhalf jaar is nu eenmaal de levensduur van dit type toestel. Toen de vrouw op een dag bij Level kwam voor iets anders, vertelde ze Canbaz terloops over die prachtige Loewe die treurig onderin een kast lag. Canbaz bood aan om er eens naar te kijken en nu werkt het apparaat weer.

Een andere categorie klanten vormen de buitenlanders die hulp nodig hebben bij hun satellietinstellingen. “Ik stel de kanalen af, leg uit hoe het allemaal werkt. En ik help iedereen of ze nu wel of niet apparatuur bij me gekocht hebben. Laatst kreeg ik zomaar een doos chocolaatjes van een Joegoslavische klant. Ze was dolblij dat ze eindelijk de programma’s kon zien die ze wilde.”

Door de combinatie van een bijzonder assortiment, een hartelijk woord en een goede service hoeft Canbaz geen reclame te maken. De individuele tamtam voldoet uitstekend. “Als iemand iets bijzonders bij me heeft ontdekt vertelt hij het wel weer door. En wie een keer een goede ervaring heeft gehad, komt meestal terug. Al is het maar om even een praatje te maken.”

Werkinstelling

Zo hartelijk als hij is tegen zijn klanten, zo vertrouwd is Canbaz ook met zijn personeel: twee vaste werknemers en twee part time studenten. Bekenden, dat wel. Zomaar iemand aannemen doet hij niet meer. “Ik had eens een onbekende jonge monteur in dienst. Hij kreeg 2000 gulden netto per maand, maar presteerde onder de maat. Na zes van de acht weken proeftijd heb ik tegen hem uitgelegd dat hij te weinig voor me verdiende. De laatste twee weken heeft hij toen meer opgebracht dan in al die weken daarvoor. Kijk, als dat je werkinstelling is, ben je bij mij aan het verkeerde adres. Zo iemand wil ik niet in vaste dienst.”

Dat je met Canbaz geen loopje moet nemen merkte ook een overvaller jaren geleden. “Op een dag stond ik alleen in de winkel. Een blanke man kwam binnen, richtte een pistool op me en eiste geld. Ik gaf hem wat ik had, maar toen hij naar buiten liep ben ik hem achterna gerend, ben op hem gesprongen en heb zijn pistool afgepakt. ‘s Avonds ben ik naar het politiebureau gegaan om het wapen af te geven. Ik had toen nog zwart haar en droeg een leren jack. Aan de balie legde ik eerst uit wat er gebeurd was en trok toen het pistool uit mijn binnenzak om het te overhandigen. De politie dook geschrokken weg, alsof ik zelf een crimineel was. Daarna namen ze me mee naar boven, ondervroegen me . Het duurde een hele tijd voordat ze in de gaten hadden dat ik een slachtoffer was in plaats van een dader.”

Inmiddels is Canbaz 41 en werkt niet meer zeven maar zes dagen in de week. Hoewel hij vaak op zondag ook nog wel in de winkel te vinden is. “Maar eigenlijk zou ik met mijn gezin en drie jonge kinderen zolangzamerhand wel wat meer tijd door moeten brengen.”