Dader huiselijk geweld nu held zonder geweld


Jarenlang kon Kees zijn handen niet thuis houden. Hij volgde een daderbehandeling. Met vallen en opstaan heeft hij geleerd zijn agressie te beteugelen. “Vooral als ik me door haar in een hoek gedreven voelde, kreeg ik een waas voor mijn ogen.”

februari 2006

‘Ik had nu eenmaal een kort lontje; eigenlijk had ik helemaal geen lontje’

 “Ja, wat denk je, de eerste keer zat ik daar natuurlijk met het zweet in mijn handen. Moest ik in een groep een beetje over mezelf gaan zitten praten. Dat was ik helemaal niet gewend. Maar als je je niet uitte, kwam je toch ook geen stap verder. Dat heb ik nu wel in de gaten. En het voordeel van de groep was dat je allemaal in hetzelfde schuitje zat. Je hoefde je voor elkaar niet te schamen.”

In 2003 wordt Kees voor de keus gesteld: doorgaan op de bekende gewelddadige weg, of kijken of het ook anders kan. Zijn dochtertje is dan een baby van een jaar. De politie is al vaker aan de deur geweest omdat huiselijke ruzies hoog opliepen. Op een avond gaat Kees weer eens door het lint en geeft zijn vriendin een kopstoot waarvan ze tegen de vlakte gaat. Ze pikt het niet langer en doet aangifte.

Op voorspraak van de reclassering maakt de rechter een afweging. Als Kees gemotiveerd genoeg is hoeft hij niet ‘op vakantie’, maar dan moet hij wel een daderbehandeling volgen. Kees: “Ik had een baan, die wilde ik niet kwijt. Maar ja, ik had nu eenmaal een kort lontje. Eigenlijk had ik helemaal geen lontje. Als ik me aangevallen voelde, sloeg ik er meteen op los. Dat deed ik als kind op straat al. En later dus bij mijn vriendin. Vooral als ik me door haar in een hoek gedreven voelde, kreeg ik een waas voor mijn ogen. Ik was een echt driftkikkertje.”

Respect voor jezelf

Net als bij de anderen roept de behandeling bij Kees aanvankelijk weerstand op. “Ik dacht eerst: ‘Zo erg was het nou toch ook weer niet?’ En: ‘Zij is toch ook niet altijd een van de gemakkelijkste?’ Ik voelde me aangevallen. Maar tijdens de behandeling leerde ik dat het niet ging om mij als persoon, maar om mijn gedrag. Ik ben zoals ik ben en daar is niks mis mee. Respect hebben voor jezelf, daar begint het mee. Dat vond ik wel strak.”

In de therapie wordt niet gekeken naar de schuldvraag, maar naar het gedrag dat leidt tot geweld. Daarbij hebben beide partners een aandeel. Dat een man vaker dader is dan slachtoffer komt omdat hij nu eenmaal fysiek de sterkste is. Maar een vrouw kan tijdens een ruzie ook flink uithalen. Door bijvoorbeeld te schelden, te duwen of te spugen. Actie roept reactie op. Voor iemand als Kees, met een kort lontje, was er maar weinig voor nodig om te ontploffen. Helaas, slaan mag niet. Nooit. Onder geen voorwaarde.

Met vallen en opstaan krijgt Kees meer inzicht in zichzelf. Hij gaat herkennen wanneer hij agressief dreigt te worden. Dan krijgt hij hartkloppingen, klamme handen, gaat sneller praten. En vervolgens leert hij wat hij kan doen om zich te beheersen. Niet meteen reageren, eerst een time-out nemen. Tot tien tellen. Kees: “Nou, in mijn geval minstens wel tot twintig … En zei ik tegen mezelf: wat bereik je ermee als je gaat slaan? Waarom zou je je eigen glazen ingooien? Niet doen.”

Schijt aan het huisverbod!

Maar het gaat niet van een leien dakje. Om het gezin tot rust te laten komen, besluit de rechter dat Kees tijdelijk geen contact met zijn vriendin en dochtertje mag hebben, tenzij iemand van de hulpverlening erbij aanwezig is. Door personeelsgebrek komt het er echter steeds maar niet van.

Kees: “Ik voelde me zo machteloos. Mijn dochtertje betekent nu eenmaal alles voor mij. Op een dag had ik het helemaal gehad. Ik dacht: ‘Schijt aan dat huisverbod, ik wil verdomme mijn kind zien.’ Ik heb heel hard op de bel staan drukken maar mijn vriendin deed niet open. Ik heb staan schreeuwen en dreigen. Woest was ik.”

De politie komt en rekent Kees in. De maat is vol. Hij gaat accuut twee weken ‘op vakantie’ in Veenhuizen. Daarna moet hij voorkomen. De reclassering geeft wederom advies aan de hand van een strikte afweging. Kees heeft een baan en is van goede wil. Veranderen kost nu eenmaal tijd. Als hij voor een half jaar de gevangenis in moet, zal hij zijn baan kwijt raken. Zijn baas zegt trouwens ook: in zijn hart is het een goeie vent.

Geen gevangenisstraf dus, wel een enkelband: ‘Elektronisch Ondersteund Straatverbod’. Hierbij krijgt het slachtoffer thuis een kastje dat electronisch gekoppeld is aan de enkelband van de dader. Een alarm gaat af als de dader zich in de buurt van het huis van het slachtoffer bevindt. Het signaal komt binnen bij een beveiligingsdienst die vervolgens de politie informeert. Het voordeel van dit systeem is dat het slachtoffer zelf het signaal niet hoort en rustig kan gaan slapen.

In de daaropvolgende zes maanden realiseert Kees zich nog sterker: dit moet anders en het gaat me lukken ook. “Het was in de zomer. Het was warm, met die enkelband kon ik wel onder de douche, maar niet zwemmen. En het jeukte. Ik werk als hovenier, ben veel buiten. Zo’n enkelband valt ‘s zomers op, ook als je er een sok overheen doet. Sommige mensen vroegen: ‘Bistu crimineel?’ Dan legde ik rustig uit wat er aan de hand was. Er op los slaan wilde ik niet meer. Ik had het helemaal gehad, het roer moest echt om.”

Gecertificeerde held

Inmiddels is de groepstherapie afgelopen en de enkelband is ook verleden tijd. Het behaalde certificaat ‘Held Zonder Geweld’ heeft Kees ingelijst. Zijn driejarige dochtertje ziet hij om de week, op zondag, vaste prik. “Daar kijk ik echt naar uit. Mijn vriendin is nu mijn ex. Een tijd geleden liet ze me weten dat ze niet meer met me verder wilde. Ik weet dat ze daar reden voor heeft, en juist daarom deed het me ontzettend veel pijn. Ik zei wel dat ik nog steeds van haar hield, maar ik kan haar nu eenmaal niet dwingen.”

Gelukkig staat Kees er nog niet helemaal alleen voor. Eens in de twee weken heeft hij een individueel gesprek met een behandelaar. “Daar ben ik echt heel blij mee. Vroeger voelde ik me vaak klote. In plaats van te praten of te janken, ging ik dan slaan. Er zijn nu mensen met wie ik kan praten, die me accepteren zoals ik ben.” Gelukkig was Kees er op tijd bij. Zijn vader had vroeger thuis ook losse handen. “Eigenlijk is hij wel trots op me. Laatst zei hij nog tegen me: “Ach weet je Kees, al dat geweld lost toch niks op.”

(Om reden van privacy is de naam van de ex-dader gefingeerd).

Van romantiek weinig meer te bespeuren 

Huiselijk geweld ontstaat niet van de ene dag op de andere. Het is een sluipend proces. In het begin, als twee mensen verliefd zijn, is er nog geen vuiltje aan de lucht. Maar na een tijdje komen de verschillen om de hoek kijken. De man voelt zich bedreigt, is bang om zijn vrouw of vriendin te verliezen. Of hij is jaloers en gaat eisen stellen. De vrouw past zich en het romantische ideaalbeeld lijkt hersteld. Toch is er iets veranderd. Zij is beter gebekt dan hij, of uit haar kritiek voortaan juist indirect in bedekte termen. De man verliest zijn grip en raakt gefrustreerd. De eerste klap valt. Beide schrikken, hij belooft het nooit meer te doen, zij vergeeft hem en ze hebben spetterende seks. Na verloop van tijd lopen de irritaties toch weer op, de man gebruikt opnieuw geweld. Weer beterschap, weer vergiffenis. Na verloop van tijd weer irritaties. Hij gaat harder slaan. Zij krijgt fysieke en psychische klachten. Uit angst trekt zij zich verder terug in zichzelf, ze heeft steeds minder zin in seks. De man voelt zich in de steek gelaten. Soms gaat hij uit machteloosheid drinken en gebruikt dan nog vaker geweld om zijn gezag te doen gelden. Van de eerdere romantiek is uiteindelijk weinig meer te bespeuren.

Sluipenderwijs

Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal economische klassen en binnen alle culturen. Volgens de politie zijn er jaarlijks in Nederland 500.000 incidenten van huiselijk geweld – geestelijk, lichamelijk of seksueel. Slechts twaalf procent van deze incidenten wordt bij de politie gemeld. De slachtoffers zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen en soms mannen. Het leidt tot dodelijke slachtoffers, honderdvijftig in totaal; dat is bijna drie doden per week. De daders zijn voor tachtig procent mannen. Het geweld ontstaat vaak sluipenderwijs en kan zich afspelen over een periode van vele jaren. Vaak schrikt de dader wel bij de eerste klap. Maar als het geweld daarna niet meteen niet stopt, gaat het van kwaad tot erger. Uit onderzoek blijkt dat mensen die in hun jeugd slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld, in hun latere leven vaak zelf slachtoffer of dader worden.

Cijfers

  • Incidenten van huiselijk geweld: 500.000 per jaar.
  • Meldingen die binnenkomen bij de politie: 12% = 60.000 per jaar.
  • Door de toenemende aandacht voor het onderwerp neemt het aantal meldingen toe, wat niet duidt op meer huiselijk geweld, maar op een grotere meldbereidheid.
  • Daders van huiselijk geweld zijn voor 80% mannen.
  • Er vallen 3 dodelijke slachtoffers per week door huiselijk geweld.
  • In totaal 150 per jaar: 75 vrouwen, 50 kinderen en 25 mannen.
  • Het aantal mannen lijkt relatief hoog, maar in zeker de helft van de gevallen gaat het om vrouwen die hun man doden uit zelfverdediging. Het overgrote vrouwen dat wordt mishandeld is tussen de 25 en 45 jaar oud.

Ernstig fysiek geweld van mannen tegen hun vrouwelijke (ex) partner kost de samenleving naar schatting ruim 332 miljoen gulden per jaar.

Posters waarschuwen daders van huiselijk geweld

Het vaakst komt huiselijk geweld voor in relaties tussen partners. Vroeger hield de politie zich meestal afzijdig. De overheid vond dat zij zich niet moest bemoeien met het privé-leven van burgers. En er was tenslotte overal wel eens wat… De vele familiedrama’s die de laatste jaren in het nieuws kwamen, hebben politici echter wakker geschud. De politie neemt nu elke melding serieus en werkt nauw samen met reclassering en hulpverlening. Ze kan bovendien een dader vervolgen, ook als het slachtoffer zelf geen aangifte wil of durft te doen. In het buitenland denken ze er inmiddels net zo over. Het probleem wordt niet langer weg gemoffleld. In de Londense metro’s hangen bijvoorbeeld sinds maart 2005 posters, gericht op daders van domestic violence.