De mooie beloftes van Fairtrade aan Afrikaanse cacaoboeren en westerse consumenten blijken hol. Kopers van de chocolade houden vooral de kantoren, salarissen en werkreizen van de organisatie in stand. De Afrikaanse boer blijft nog steeds arm en gedesillusioneerd achter.
Tekst: Bjinse Dankert en Janneke Donkerlo
november 2012
ASSOUMOUKRO/DEN HAAG_ Cacaoboer Frédéric Doua (39) uit Assoumoukro, Ivoorkust, gelooft niet meer in Fairtrade. Vier jaar nadat hij zich aansloot bij een Fairtrade-coöperatie, is zijn leven niet merkbaar verbeterd, zegt hij. ,,Ik verdien nu net genoeg geld om het voedsel te kunnen kopen dat ik vroeger zelf verbouwde.”
Doua is één van de honderdduizenden Afrikaanse cacaoboeren aangesloten bij Fairtrade-coöperaties. Hun cacao eindigt in de chocoladeletters en chocoladerepen die in de schappen worden aangeprezen met het bekende Fairtrade-logo.
Een stuk chocola mag niet zomaar Fairtrade heten. Fairtrade – een internationale organisatie actief in meer dan twintig landen – belooft een ‘eerlijke prijs’ voor hun producten. Het is een garantie aan de Afrikaanse boer én aan westerse consumenten. Zo belooft stichting Max Havelaar, de Nederlandse tak van de certificeringorganisatie, dat ‘boeren in ontwikkelingslanden gegarandeerd een minimumprijs krijgen’.
Maar het blijken holle frasen. Fairtrade maakt beloftes aan cacaoboeren en consumenten niet waar. Onderzoek naar de verkoop van Fairtrade-cacao, in samenwerking met Afrikaanse journalisten van onderzoeksforum FAIR, laat zien dat Fairtrade nauwelijks voordelen biedt aan Afrikaanse cacaoboeren.
Fairtrade is zelf niet actief in de verkoop van cacao, maar maakt strenge afspraken over de prijs van cacao. Zo mag een koper van cacao niet minder dan 2 dollar per kilo cacao betalen, ook niet als de wereldmarktprijs stukken lager ligt. Dit is de zogenaamde minimumprijs van Fairtrade.
Maar de wereldmarktprijs ligt al jaren hoger, ruim boven de 3 dollar per kilo. Gouden bergen voor de cacaoboer? Niets is minder waar. Cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust ontvangen fiks lagere prijzen voor hun oogst, tussen 1,60 en 1,20 dollars per kilo. Fors minder ook dan de eerlijke minimumprijs waarmee Fairtrade veelvuldig pronkt in hun persberichten.
In het monumentale kantoorpand in Utrecht zeggen Jos Harmsen en Alien Huizing van Max Havelaar dat dit de gangbare praktijk is. De coöperatie ontvangt de hoge marktprijs, maar draait daarna op voor het betalen van de export, het transport naar de haven en opslag. Die kosten zijn zo hoog, zegt Harmsen, dat de uiteindelijke opbrengsten aan de boer meer dan gehalveerd worden. ,,Wat binnen de coöperatie en volgens wettelijke regelingen van de prijs gaat, daar hebben wij geen grip op. Mogelijk komt dat omdat het land niet efficiënt is georganiseerd.”
Fairtrade breekt daarmee niet zijn beloftes, stellen hij en Huizing, want: ,,De minimumprijs is de prijs die de coöperaties krijgen. De coöperaties zijn de boeren.”
Toch zouden boeren bij Fairtrade nog altijd beter af zijn, verweert Huizing: ,,De boeren hebben een garantie dat als de prijs onder de minimumprijs zakt, dat ze in ieder geval een vangnet hebben. Plus ze krijgen een extra premie.”
Die toeslag, een bonus van 20 cent per kilo cacao, klinkt als een goede bijverdienste. Het onderzoeksteam van FAIR trof ook tevreden boeren. Maar lang niet iedere coöperatie deelt zijn premie uit aan de boeren als een bonus. Huizing: ,,Het totaalbedrag wordt uitbetaald aan de coöperatie. Hoe het wordt besteed, daar beslissen de leden zelf over.”
Volgens Max Havelaar wordt de premie ‘altijd ingezet voor investeringen die de gemeenschap ten goede komen’. Maar Fairtrade kijkt niet of het geld goed wordt gespendeerd. In Ivoorkust is niet onderzocht of het tot positieve resultaten leidt.
Het onderzoeksteam van FAIR constateerde gebreken. Zo ontving de coöperatie van cacaoboer Doua in 2010 meer dan een ton aan toeslag. Volgens hun boekhouding werd ruim de helft besteed aan het betalen van exportheffingen en het bezoeken van conferenties door het management. Verder zouden acht opslagschuren zijn gebouwd. Maar ook zou de coöperatie 15.000 euro hebben uitgegeven aan schoolspullen voor bijna 900 kinderen. Alleen hebben de kinderen enkel potloden en papier van de coöperatie gekregen, zeggen de boeren. Wat er met de rest van het geld is gebeurd, is onduidelijk.
Tot slot, de consumenten in Nederland. Ieder jaar kopen zij weer meer Fairtrade chocolade. Daarmee financieren zij de loonstrookjes van de medewerkers van Max Havelaar, de huur van de kantoren en de werkreizen naar het buitenland. Voor elke verkochte reep ontvangt Max Havelaar 2,5 procent – zo’n vier cent per reep. Maar een cacaoboer in Afrika krijgt niet meer dan twee cent extra voor diezelfde reep. Consumenten betalen meer voor het in stand houden van de organisatie, dan wat Max Havelaar teruggeeft aan een arme cacaoboer.
De jaarverslagen van de stichting bevestigen dit. De verkoop van chocolade leverde Max Havelaar in 2010 meer dan een half miljoen euro op. Ondertussen kregen cacaoboeren daar nog niet eens de helft van dat bedrag uitgekeerd als bonus: minder dan 250.000 euro. Fairtrade verdient aan de verkoop van hun chocola meer dan Afrikaanse cacaoboeren.
Max Havelaar laat in reactie weten dat ‘naar ontevreden boeren goed wordt geluisterd’. Verder benadrukt de stichting dat hun inkomsten worden besteed ‘aan de groei van eerlijke handel’.
Aan het onderzoek van het Forum for African Investigative Reporters (FAIR) werkten in Afrika zelf mee: Selay Kouassi (Ivoorkust), Benjamin Tetteh (Ghana), Chief Bisong Etahoben (Kameroen) en Aniefiok Udonquak (Nigeria). Het volledige dossier zal binnenkort te vinden zijn op de website.
KADER IVOORKUST
GPD_Vier jaar geleden was de Ivoriaanse cacaoboer Frédéric Doua (39) uit Assoumoukro nog overtuigd dat de verkoop van Fairtrade-chocola zijn leven zou verbeteren. Hij kan de voorgespiegelde beloftes van destijds goed herinneren: ,,Ons werd van alles verteld over de financiële voordelen. De verkoop via Fairtrade zou onze inkomsten verhogen en onze leefomstandigheden verbeteren.”
Net als andere cacaoboeren ontvangt Doua $1,20 per kilo cacao, ongeveer een derde van de wereldmarktprijs en veel minder dan de minimumprijs van Fairtrade. Boeren die niet zijn aangesloten bij een Fairtrade-coöperatie ontvangen eenzelfde bedrag.
Het enige voordeel van Fairtrade, zegt Doua, is de premie. Maar daar krijgt hij slechts een fractie van terug als geld. Hij rekent voor: ,,Vorig jaar verkocht ik 2700 kilo cacao, dat levert een premie op van 540 dollars. Ik ontving 135 dollars van coöperatie voor het hele jaar.”
KADER GHANA
GPD_ Fairtrade? Cacaoboer Kwesi Agyei uit Atwima Mponua in Ghana schudt zijn hoofd als hem er naar wordt gevraagd. Hij heeft geen idee wat het woord betekent. Toch is hij bij een Fairtrade-coöperatie aangesloten in Ghana, het West-Afrikaanse land dat na Ivoorkust de belangrijkste wereldproducent is van cacao.
Agyei is lang niet de enige Fairtrade-cacaoboer coöperatie die helemaal nooit van het begrip heeft gehoord. Veel ondervraagde boeren weten niet wat Fairtrade inhoudt, terwijl het hun wel geld kost om zich bij een coöperatie aan te sluiten.
Boeren in Ghana zien ook geen verschil tussen coöperaties. Alle cacao wordt toch verkocht voor dezelfde prijs die door de Ghanese regering wordt bepaald. Ook in Ghana ontvangen boeren een cashbedrag ver onder de Fairtrade-minimumprijs.