Wordt de kip onze redding?


‘Mixen van leven’ is het thema van het werk van kunstenaar Koen Vanmechelen. Zijn uitgangspunt: raszuiverheid zorgt voor isolatie en verzwakking. Vermenging van genen daarentegen maakt organismen sterker en vruchtbaarder. Letterlijk en figuurlijk. Foto’s van Joost van Kasteren

juni 2017

Achter het huis van Koen Vanmechelen en zijn vrouw Inge loopt een bonte toom kippen. Door de onderlinge verschillen zijn ze een lust voor het oog. De een is gevlekt, de ander gespikkeld of bijna effen. De een is meer bruin, de ander zwart of meer wit. Het gevarieerde gevederte is het resultaat van kruisingen. Dit kruisen (mixen van leven) is de kern van het werk van kunstenaar Koen Vanmechelen, die sinds 1999 met zijn Cosmopolitan Chicken Project aantoont hoe belangrijk diversiteit is voor ons voortbestaan. Te beginnen bij de kip.

Wederzijds belang

De kip en de mens vonden elkaar ruim 7500 jaar geleden op de grens van de jungle en de bewoonde wereld, aan de voet van de Himalaya. De kip is een verre verwante van de prehistorische Dinosaurus Rex die leefde zeventig tot vijfenzestig miljoen jaar geleden. De dominante mens verscheen pas veel later op het wereldtoneel. Het is volgens Vanmechelen een illusie dat de mens nu de baas is in de wereld, er is eerder sprake van onderlinge afhankelijkheid en verbinding. Zo profiteerde de kip van de bescherming en het afval van de mens, en voorzag op haar beurt de mens van eieren en vlees. De haan diende behalve als haan ook als klok en wekker. Later leerde men vaccinaties te ontwikkelen op kippeneieren.

De kip als spiegel

De gedomesticeerde kip werd een trouwe metgezel van de mens. Verspreiding vond plaats via twee routes: de Europese variant kwam tot ons via de Perzen, de Grieken en de Romeinen. Reizigers uit China, Thailand en Indonesië brachten uiteindelijk de kip naar Afrika. In ieder land en in iedere streek ontwikkelde de mens door selectie eigen kippenrassen waarmee de bevolking zich identificeerde. Deze ‘iconische rassen’ werden de spiegel van de mensen van dat land. Zoals de Nederlandse Uilebaard, een ras dat in de zeventiende eeuw veel op schilderijen werd afgebeeld. In Frankrijk selecteerde men een spierwitte kip met een felrode kam en blauwe poten, gelijk de Franse vlag. In Thailand staat het geselecteerde vechtras hoog in aanzien. De meeste iconische kippen verzamelden Koen en Inge zelf op hun reizen. Waar ze ook kwamen, overal zagen ze hoe de mens en de kip een verbinding waren aangegaan. Van alle oude rassen koos het echtpaar er telkens eentje uit die in hun ogen het best de identiteit van de bewoners van dat land weerspiegelde.

Zuiverheid betekent geen kracht, maar zwakte

Het doel van selectie is normaliter het verkrijgen van een ‘zuiver ras’. Maar in tegenstelling tot wat het woord ‘zuiver’ doet vermoeden, is zuiverheid geen kracht maar een zwakte. Een stamboek ras wordt op den duur minder vruchtbaar en krijgt last van ziektes. Dat geldt niet alleen voor de kip. Ook bij honden zijn de zogenaamde ‘vuilnisbakken’ vitaler. Juist een mix van rassen zorgt voor het behoud van de soort.

Door telkens een iconisch ras te kruisen met een CCP, is in twintig jaar tijd een zeer diverse kip ontstaan. Hoe meer kruisingen, hoe meer genetische diversiteit. Dat laat Vanmechelen mooi zien in een van zijn werken: een boekwerk met daarin het volledige DNA van de Mechelse Koekoek, de iconische Vlaamse kip. Bladzijde na bladzijde volgeschreven met indrukwekkende codes. Nog indrukwekkender is het tweede boek. Dat bevat de codes van het DNA van de Mechelse Styrian; de 17e generatie uit het Cosmopolitan Chicken Project. Een kruising tussen de Oostenrijkse Styrian met de 16e generatie Cosmopolitische Chicken (hierna genoemd CCP) die op dat moment 16 rassen van evenveel verschillende landen in zich draagt. Dit boek is dikker dan het eerste boek, wat wijst op de grotere genetische diversiteit.

Ook in de praktijk blijkt genetische diversiteit zijn vruchten af te werpen. Werden de eerste CCP’s zo’n vijf jaar oud, inmiddels halen velen de 15 jaar zonder ziek te worden. En voorlopig is Vanmechelen nog niet ‘uitgekruist’. Dit jaar staat de vermenging met een typisch Deens ras tijdens de biënnale van Denemarken op het programma.

Wandelende eieren

Het kruisen van de kippen maakt onderdeel uit van het levenswerk van Vanmechelen.  Elke kruising levert zo steeds een nieuwe generatie CCP. Zij leven ongestoord achter op het erf in een ren met uitloop en sterven doorgaans op hoge kippenleeftijd een natuurlijke dood. Als een dier is overleden, verwerkt de kunstenaar het karkas in een object. Sommigen zet hij op, al dan niet gecombineerd met de vleugels van een ander soort vogel. Van sommige kippen gebruikt hij alleen de poten die ‘wandelende eieren’ worden. Elk nieuw kunstwerk is een ode aan de veelzijdige kip en het symbool dat dit dier vormt voor onze maatschappij.

Hoewel het Cosmopolitan Chicken Project dus niet bedoeld is voor consumptie of industriële toepassing, wilde Vanmechelen het niet bij laten bij kunst alleen. Om iets terug te geven aan de landen waar de iconische rassen vandaan komen, is vorig jaar een begin gemaakt met het kruisen van CCP’s met productiekippen. Deze kruising levert een nieuw soort kip: de ‘Planetary Community Chicken’ (hierna genoemd PCC). Het vlees en de eieren van deze dieren zijn wel bestemd voor consumptie.

Urban Community Farming

Een voorbeeld van zo’n Planetary Community Chicken is de kruising van de 20ste generatie van het Cosmopolitan Chicken Project: de Mechelse Wyandotte, met de commerciële Isa Brown van het Nederlandse Vermeerderingsbedrijf Hendrix Genetics uit Boxmeer. De PCC die geboren werd in Detroit tijdens een tentoonstelling en plant zich nu voort op een ‘urban community farm’ in Detroit, een Amerikaanse stad die het slachtoffer werd van de monocultuur in de auto-industrie en uiteindelijk failliet ging.

Een ander type voor consumptie bestemde PCC woont in Zimbabwe. Deze kip is vorig jaar ontstaan na kruising van een CCP met een commerciële Zimbabwaanse kip. De Zimbabwaanse PCC is bestemd voor de lokale bevolking waar de op het erf rondscharrelende dieren vaak niet meer dan 30 eieren leggen per jaar en weinig vlees produceren. Het project vindt plaats in samenwerking met een lokale organisatie: The Future of Hope. De kippen gaan naar de vrouwen die door deze organisatie champignons leren kweken voor de lokale markt.

Van kip naar geit en koe

In Ethiopië werkt Koen Vanmechelen samen met de African Chicken Genetics Gains (ACGG), een afdeling van het International Lifestock Research Institute (ILRI). De afdeling heeft tot doel een hoogproductieve kip te ontwikkelen voor de arme bevolking in Ethiopië, Tanzania en Nigeria. Het ACGG-onderzoek wordt gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation. Binnenkort zal een CCP gekruist worden met een kip van ILRI, in de hoop op een nieuwe duurzame kip zoals in Zimbabwe. Senior onderzoeker Tadelle Dessie van ILRI in Addis Ababa is groot voorstander van dit project. Met een meer vlezige kip op het erf, die meer eieren legt en meer nakomelingen krijgt, kunnen dorpelingen hun inkomen verbeteren, vertelt hij. Meer inkomen betekent na verloop van tijd geld voor een geit en eventueel een koe. De kip als stepping stone.

Vanmechelen heeft met zijn kunstenaarsgeest de filosofie en wetenschap nieuwe inzichten verschaft. Ten eerste het inzicht dat diversiteit cruciaal is. En dat bereik je eerder met globalisering dan met isolatie. Met globalisering bedoelt de kunstenaar wat anders dan wat multinationals als Monsanto doen: het creëren van monoculturen. Dat is precies het tegenovergestelde van wat we nodig hebben. Monoculturen zijn een tijdje zeer winstgevend, maar de wal keert het schip: uiteindelijk verliezen we vitaliteit door het tekort aan diversiteit, aldus Vanmechelen.

Immuuntherapieën

Een tweede inzicht is de mogelijke kracht van de verbinding tussen verschillende organismen. Behalve kippen en enkele roofvogels houden de Vanmechelens achter hun huis een kudde lama’s en nandu’s – een loopvogel net als de kip. De lama’s behoren tot de kamelenfamilie. Kameelachtigen beschikken over een dubbel immuunsysteem waardoor virussen geen vat op hen hebben. Vanmechelen ontdekte dat bepaalde paddenstoelen veel beter gedijen op de mest van lama’s dan op die van andere dieren. De eiwitten van de paddenstoelen (als voer) zouden mogelijk het immuunsysteem van de kippen kunnen versterken. Dat zou niet alleen de kippen weerbaarder maken, maar mogelijk ook van nut kunnen zijn voor het produceren van immuuntherapieën voor de mens.

En dat laatste is geen overbodige luxe. Op aarde lopen momenteel (door toedoen van de mens) 65 miljard kippen rond. Als het vogelgriepvirus ooit een serieus probleem wordt, zal de kip een cruciale rol gaan spelen in de besmetting – en het voortbestaan – van de mens. Alleen al door de aantallen zou de kip de nieuwe Dinosaurus Rex kunnen worden.

Meer informatie over het uitgebreide werk van Koen Vanmechelen: www.koenvanmechelen.be

Kunst en wetenschap hand in hand

De opeenvolgende generaties van de Cosmopolitan Chicken (inmiddels 21 CCP’s) zijn genetisch volledig in kaart gebracht met whole genome sequencing en zijn opgeslagen in een databank. Uit de verzamelde bloedsamples en ontlasting de CCP’s is inmiddels gebleken dat kruisingen voor een enorme verrijking en diversificatie van het DNA hebben gezorgd. Zo bevatten de laatste generatie CCP’s bijvoorbeeld  13 miljoen SNP DNA, vergeleken met 4 tot 5 miljoen in een ‘normale’ kip.

De kippenmonsters zijn afkomstig uit Detroit, Zimbabwe, Ethiopië en Genk waar het kruisen van de CCP’s plaats vindt. De data van de nakomelingen worden volgens vaste protocollen verzameld en gedocumenteerd. Cohorten worden zorgvuldig met elkaar vergeleken en kunnen bijvoorbeeld variëren in het soort voedsel of het moment van monstername: voor of na het wettelijk verplicht vaccineren. Het uiteindelijke doel is om een open source te bieden voor alle universiteiten en onderzoeksinstellingen wereldwijd, waarbij het door kruisingen verrijkte genetisch materiaal in de toekomst kan bijdragen aan biologisch en medisch onderzoek.

De databank wordt sinds begin 2017 beheerd door stichting MOUTH en is ondergebracht bij Biomista in Genk. Hier staat het nieuwe atelier en het gelijknamige natuurpark van Koen Vanmechelen. MOUTH is een samenwerkingsverband, grotendeels op basis van vrijwilligerswerk, van de kunstenaar met wetenschappers van onder andere de universiteiten van Diepenbeek, Leuven en Gent. Op deze manier gaan kunst en wetenschap hand in hand. Verschillende grensoverschrijdende projecten leverden de kunstenaar in 2010 een eredoctoraat op van de Universiteit Hasselt en de Golden Nica Hybrid Art in 2013.

Meer informatie over MOUTH op www.mouth.be