Klein wonen op Landbouwgrond


Burgerinitiatief Peel natuurdorpen is uitdaging voor de overheid

De gemeente Maashorst bereidt een pilot voor met ‘landschapslandbouw’. Het is een burgerinitiatief van Peel natuurdorpen, een combinatie van landbouw, nieuwe natuur en klein wonen. Deze domeinen hebben zo hun eigen wetten en kaders. ‘Het is een hele uitdaging om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, maar niets doen is geen optie.’

Gerard Opsteeg is melkveehouder in de gemeente Maashorst. Hij melkt momenteel ruim honderd koeien en wil dat voorlopig blijven doen. Aanvankelijk liep hij niet meteen warm voor het burgerinitiatief Peel natuurdorpen dat met ‘landschapslandbouw’ een groot gebied in de Peel op de schop wil nemen. Het idee is dat boeren een deel van hun areaal omzetten in nieuwe natuur (bos, heggetjes, waterpartijen en kruidenrijk grasland) in combinatie met enkele tiny houses. Een tiny house is een biobased huisje van 30 tot 50m2 met een minimale ecologische voetafdruk. Inmiddels ziet Opsteeg er wel brood in: ‘Als ondernemer moet ik vooruit kijken. Er is veel woningnood en misschien heb ik later geen opvolger. Door kaveltjes te verhuren voor een paar honderd euro per maand brengt mijn grond dan toch geld op.’ 

Transitie noodzakelijk 

Tot begin 1800 was de Peel vrijwel ondoordringbaar. Tussen 1850 en 1920 vond er grootschalige turfwinning plaats en gaandeweg maakte het afgegraven veen plaats voor kleine boerenbedrijven. Vanaf 1975 zorgde ruilverkaveling voor schaalvergroting en steeds intensievere veeteelt. Inmiddels heeft de wal het schip gekeerd. Klimaatverandering, overbemesting, afname van biodiversiteit en verbetering van water- en bodemkwaliteit maakt een transitie van de landbouw noodzakelijk. 

In 2019 ontwikkelden enkele inwoners van de Peel het concept landschapslandbouw met als verdienmodel de tiny houses. De bedenkers zien het helemaal voor zich: een aantrekkelijk coulisselandschap met meanderende waterpartijen, bomen, heggetjes en kruidenrijk grasland en maximaal drie tiny houses per ha, in totaal 10.000 verspreid over de Peel. Hierdoor blijft boerenland in boerenhand. Door de huisjes offgrid te maken, en dus niet aan te sluiten op nutvoorzieningen, zou er geen nieuwe infrastructuur nodig zijn. Uiteindelijk kost het de overheid geen cent, is het idee.

Boeren blij, natuur blij, Peelbewoners blij en woningzoekenden blij? Dat zou je denken maar zo simpel is het niet. Voor de combinatie van landbouw, natuur en wonen bestaat namelijk nog geen wettelijk kader. Nieuwe woningen bouwen in het buitengebied is al sinds 1975 niet toegestaan. 

Voorzitter van Stichting Peelnatuurdorp is Pierre Bos, oud-burgemeester van Boekel. Bos is zich bewust van het domein-overschrijdende dilemma. ‘In plaats van voor elk vastgelopen domein een oplossing te bedenken, heb je een overheid nodig met bestuurlijke moed die buiten de lijntjes wil kleuren. Die voor de muziek uit durft uit de lopen, die durft te pionieren.’

Schone lei

Zo’n lokale overheid is de gemeente Maashorst. Jeroen van den Heuvel is bijna twee jaar wethouder duurzaamheid en landbouwtransitie en officieel opdrachtgever: ‘Door de gemeentelijke herindeling konden we als college met een schone lei beginnen. Een pilot voor het project Peelnatuurdorp hadden we al unaniem opgenomen in het coalitieakkoord. Eerst wilden we de pilot realiseren op 1 ha nieuwe natuur met drie tiny houses maar die oppervlakte bleek te beperkt om goed te kunnen evalueren. We gaan nu uit van een gebied van ongeveer 21 ha waarin meerdere boeren actief zijn. Hier zou in theorie plek kunnen zijn voor 50 huisjes. Het doel van de pilot is ervaringen opdoen en kijken wat wel en niet werkt zodat het idee te zijner tijd verder uitgerold kan worden. Daarbij willen we zorgvuldig en betrouwbaar te werk gaan, met oog voor de veranderende leefomgeving voor bewoners én een duurzaam verdienmodel voor de boeren.’ 

Als projectleider gebiedsontwikkeling heeft de gemeente Gijs van Oorschot aangesteld. Van Oorschot wordt vaak ingehuurd om projecten vlot te trekken. Juist van complexe vraagstukken wordt hij blij. Van Oorschot leidt het team waarin verschillende ambtelijke afdelingen vertegenwoordigd zijn. Om alle partijen mee te krijgen, heeft het team de omwonenden van de pilot in een pril stadium bij de planvorming betrokken. Dus niet als alles al in kannen en kruiken is; dat ervaren betrokkenen vaak als een wassen neus. Daar staat tegenover dat mensen ook graag zekerheid willen. Als je iets heel nieuws wilt doen en je laat alles open, worden mensen onrustig. Een goede balans is belangrijk.’ 

Inspraak aan de keukentafel

Begin dit jaar vond een brede introductiebijeenkomst plaats. Er waren rond de 180 mensen. Behalve de initiatiefnemers van Peelnatuurdorp, de boeren en burgers waren er ook vertegenwoordigers van onder meer het Waterschap, de Provincie, Novex de Peel, Testlab Nieuwe Natuur en het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie (het IMI). ‘De sfeer was goed’, herinnert de wethouder zich. ‘Mensen gingen echt met elkaar in gesprek, er werd goed geluisterd naar elkaar. Dat er wat moet gebeuren in de Peel, daarover was iedereen het wel eens. Maar hoe of wat, dat is nog een hele puzzel.’ 

Na de introductiebijeenkomst maakte de landschapsarchitect verschillende tekeningen die samen met Van Oorschot werden besproken met betrokkenen om de zorgen en mogelijkheden in kaart te brengen. Aan de keukentafel, bij boeren en burgers thuis. Zo wil melkveehouder Opsteeg bijvoorbeeld liever geen drie huisjes per ha maar clusters van zes met een aansluiting op de nutsvoorzieningen: ‘Dat is voor mij veel praktischer. Na een paar jaar verdwijnen de huisjes achter de bomen en gaan op in het landschap; dan zie je ze zowat niet meer.’ 

Intussen spreekt landschapslandbouw veel mensen wel aan. Meer natuur? Mooi. Landbouw? Prima. Tiny houses …? Daar hebben sommige omwonenden wel moeite mee. Daar komt bij: niet iedereen begrijpt dat mensen echt zo klein en minimalistisch willen wonen. Een kleine groep wil dat wel degelijk, weet Van Oorschot. ‘Van de lijst van 4.000 potentiële tiny-house-bewoners heb ik er zo’n 35 ontmoet. Zij gaan bewust voor een kleinere ecologische footprint, meer eenvoud en dichter wonen bij de natuur. Vooral veel jonge mensen willen niet per se groter wonen en steeds meer consumeren.’ 

Daarnaast maken omwonenden zich zorgen over wie er in de tiny houses gaan wonen, ‘Wat zijn dat voor mensen? Buitenlanders, arbeidsmigranten, mensen uit de Randstad die onze manier van leven niet begrijpen? Wordt zo’n cluster niet een zootje? Dat soort vragen. Zelf denk ik dat er weinig of geen sprake zal zijn van overlast. Als de betreffende boer maar goede overeenkomsten sluit met de bewoners. Het is tenslotte zijn grond. ’

Dan moeten ook nog het Waterschap en de Provincie er heil in zien. Er moet nog veel ‘gemasseerd’ worden, aldus Van Oorschot die de pilot beschouwd als een grote ontdekkingsreis: ‘Nieuwe kaders worden nooit zomaar door de overheid opgelegd. Ze zijn altijd het gevolg van problemen en initiatieven. Men moet er vertrouwen in hebben en dat is geen sinecure in deze tijd van wantrouwen.’

Boerenverstand

In de loop van volgend jaar hoopt de gemeente tot een bestuurlijk besluit te komen. Van Oorschot: ‘Dan kunnen de boeren aan de slag met het aanplanten van bomen en het aanvragen van een omgevingsvergunning voor de huisjes waarbij de grond zijn agrarische bestemming behoudt. Dat kan alleen als de tiny houses verplaatsbaar zijn. Anders zou het officiële bouwgrond zijn. We zijn dat nog juridisch aan het uitwerken.’ 

Van Oorschot benadrukt wel dat doorpakken belangrijk is: ‘Als het proces verzandt, haken mensen af. We moeten daarom nu stappen zetten. De problemen zijn te groot, niets doen is geen optie. Met wat boerenverstand komen we er wel uit.’