Het platteland mag zich verheugen in een idyllisch imago. Daar zou nog sprake zijn van het eenvoudige landleven en ongerepte natuur, maar dat klopt niet met de werkelijkheid. Intussen maken boeren, supermarkten en populisten dankbaar gebruik van dit romantische frame. In een analyse van journalist Janneke Donkerlo laten Mirjam Vossen en Esther Peeren hun licht schijnen over dit hardnekkige misverstand.
Misschien kunt u het zich nog herinneren: de Tostifabriek waarbij kunstenaars in 2013 midden in Amsterdam wilden laten zien wat er nodig is voor het maken van een tosti: graan voor het brood, melk van koe Else voor kaas en boter en de varkentjes Max en Harry voor de ham. Een aantal omwonenden was not amused. Eerst was er de koe die een paar dagen hartverscheurend stond te loeien omdat haar kalf was weggehaald. En toen de varkens naar de slacht zouden gaan, zei een vrouw op AT5: ‘Dit is niet goed voor kinderen. Straks komt er een BBQ en dan moeten moeders uitleggen dat het vlees afkomstig is van die schattige varkentjes.’ Waarop de interviewer tegenwierp dat het toch goed is om te weten wat je in de supermarkt koopt en wat daarbij komt kijken. Daarop verstrakte de vrouw en zei op een toon die aangaf dat ze gewend was dat er naar haar werd geluisterd: ‘Dat kan wel zo wezen, maar ik wil het hier niet hebben!’ Ziehier in een notendop hoe mensen aankijken tegen landbouw, voedsel en natuur: welwillend zolang het kleinschalig en lief is, maar o wee als mensen geconfronteerd worden met de harde werkelijkheid. Waar komt die weerstand toch vandaan?
Scheppingsverhaal
Mirjam Vossen promoveerde op de journalistieke kracht van framing. Momenteel helpt ze bedrijven en maatschappelijke organisaties in hun communicatie over complexe onderwerpen die veel emoties losmaken. Volgens Vossen is het idee van de natuurlijke, harmonieuze landbouw al te zien in het scheppingsverhaal: “God schiep de aarde en zag dat het goed was. Vervolgens schiep hij de mens om als goede rentmeester over de aarde te heersen. Maar als de mens zich zondig gedroeg, strafte God met natuurrampen.”
“Veel later – tijdens de Verlichting – ging de mens de natuur bestuderen en naar zijn hand zetten. Dat heeft in het westen onmiskenbaar gezorgd voor meer welvaart, maar ook voor vervuiling en uitputting. Als tegenreactie ontstond de Romantiek met idyllische schilderijen en boeken die het eenvoudige landleven en conservatieve waarden verbeeldden. Daarin is de eenvoudige, ongeletterde landman één met de ‘Natuur’ – een begrip dat overigens toen pas voor het eerst werd gebruikt.”
“Na een nieuwe golf van modernisering in de twintigste eeuw – met als gevolg klimaatopwarming en een overmaat aan dierlijke mest – kwam in de jaren zeventig opnieuw een terug-naar-de-natuur-reactie op gang. De landbouw moest kleinschalig worden en weer in harmonie zijn met alles wat groeit en bloeit. Dat zou de ware weg vooruit zijn. Maar juist dat is een hardnekkig misverstand: ook biologische landbouw kan zorgen voor een achteruitgang van biodiversiteit. Meer flora en fauna krijg je vooral in gebieden zonder landbouw.”
Escapisme
Esther Peeren, Hoogleraar Culturele Analyse aan de UVA, deed onderzoek naar de effecten van globalisering op het platteland en welke politieke gevolgen dat kan hebben. Peeren: “Voor veel mensen is het platteland de beste plek om te ontsnappen aan de hectiek van de stad. Alsof het daarbij om een onveranderde idylle gaat. Maar ook de landbouw is verregaand geglobaliseerd met haar internationale handelsnetwerken, schaalvergroting, moderne robotica en enorme tractoren die maar net op een binnenweggetje passen. Toch blijft de reclame herhalen dat het leven op het platteland nog goed, eerlijk en eenvoudig is, min of meer zoals het was ten tijde van onze grootouders.”
Dat beeld zie je volgens Peeren terug in tv-programma’s die deze idylle koesteren, zoals het BBC-programma Escape to the country. Hierin gaan stedelingen op zoek naar een huis op het ultiem pittoreske platteland. “De fantasie over de ideale ontsnappingsplek wordt soms wreed verstoord door bijvoorbeeld stankoverlast, maar de hoop blijft bestaan dat de romantische fantasie bij de volgende bezichtiging wel bewaarheid wordt. Het platteland moet vooral gezellig, veilig en voorspelbaar zijn. In dat plaatje past geen xenofobie of de komst van migranten, iets waar de Brexiteers destijds dankbaar gebruik van maakten. Toen de opkomst van extreemrechts in een ander programma over het platteland kort voorbij kwam, volgde een lawine van boze reacties op twitter.”
Boer zoekt vrouw
Ook in Nederlandse tv-programma’s wordt de idylle in stand gehouden, aldus Peeren. “In ‘Boer zoekt vrouw’ ligt de nadruk niet op het moderne boerenbedrijf maar op de romance tussen de zogenaamd geïsoleerde boer(in) en de vrouwelijke respectievelijk mannelijke kandidaten die verlangen naar de eenvoud van het platteland. In coronatijd had je het programma ‘Nieuwe boeren’, waarin de deelnemers zelfvoorzienend probeerden te leven. Geen grote tractors maar werken met paard en wagen, geen elektra maar olielampen, geen euro’s maar guldens. Ook het spinnen van wol en het schrijven van brieven met een ganzenveer kwamen voorbij.”
“Het was kortom, een romantisch mix ontdaan van historische context. Een echte boer die af en toe langskwam, deed dat weliswaar op een tractor maar dat was – voor de gelegenheid – wel een kleintje en niet zo’n groot en geavanceerd exemplaar. En in het programma ‘Onze boerderij’ laat Yvonne Jaspers weliswaar een moderne boerderij zien met grote stallen, maar de nadruk ligt nog steeds op de boer als mens met een authentieke passie, niet als ondernemer die winst wil maken.”
Boerenprotesten
Van het vertekende apolitieke discours over de landbouw en het platteland, maken populisten graag misbruik. Nu dat de roep om meer natuur en biodiversiteit toeneemt (iets wat grote gevolgen heeft voor de huidige landbouw) schamperen zij dat het maar eens afgelopen moet zijn met honderden hectaren ‘wensnatuur’ en ‘geldverslindende projecten voor de konikpaarden, zeggekorfslak of veldhamsters’. De boeren weten tenslotte zelf wel wat het beste is. De boerenprotesten leunen daarmee sterk op het beeld van de idylle, aldus Peeren.
Overigens gaat het in Nederland niet om oorspronkelijke natuurlandschappen – die kennen we in Nederland niet meer – maar om cultuurgrond, door boeren gevormd in de loop der eeuwen. Een vogel als de Grutto is een relatieve nieuwkomer die in Nederland een broedgebied vond toen de grondwaterstand nog hoog genoeg was voor plasdras. Door latere drainage en verlaging van het grondwaterpeil heeft deze ‘nationale icoon’ nu het nakijken. Maar ‘van nature’ kwam hij hier in het verleden niet voor.
Lui denken
Intussen wordt in supermarkten op de verpakkingen het beeld van een biodiverse, en dier- en mensvriendelijke landbouw gecultiveerd. Vrolijke bloemetjes op pakjes Blueband, een rustieke Italiaanse familie op het pak pastasaus, een lachende Nederlandse boer met een tevreden koe in de wei op het pak melk. Maar nooit eens varkens aan de slachthaak of een boer die achter een computer de melkrobot controleert. Het is nog net geen Ot en Sien, maar het scheelt niet veel.
Op het platteland is inderdaad nog rust en ruimte, anders dan in de stad. Buren kennen en groeten elkaar. Daar leeft nog het bekende mienskip of noaberschap. Dat brengt Vossen op een ander legitiem fenomeen dat de kunstmatig gecultiveerde idylle zo hardnekkig maakt: de hang naar menselijke maat: ‘De mens heeft intuïtief behoefte aan overzichtelijke situaties en relaties. Daar komt bij: mensen zijn luie denkers, ze hebben moeite met complexe vraagstukken. Het frame dat ‘biologisch’ en ‘natuurlijk’ goed is, is diepgeworteld. Een andere mening vormen vereist een cognitieve inspanning.’
Dat de huidige gangbare landbouw weerstand oproept, draagt overigens bij aan dit hardnekkige, romantische frame. De biodiversiteit holt achteruit, bodems raken uitgeput en de waterkwaliteit laat door vervuiling ook te wensen over. Om over het klimaat- en stikstofprobleem nog maar te zwijgen. Tegelijkertijd willen mensen een aantrekkelijk platteland om te recreëren. Dat zou pleiten voor extensieve, biologische landbouw met houtwallen, grutto’s en koeien in de wei. Maar volgens Vossen moeten we af van het idee dat natuur, biodiversiteit en landbouw hand in hand gaan. Ze verwijst hiervoor naar Replanet.
Ruimte voor natuur
Replanet is een groep onafhankelijke wetenschappers en journalisten die zich aan de hand van feiten, innovatie, filosofie en wetenschap bezig houdt met de grootste uitdagingen van onze tijd. Volgens Replanet lossen we de vraagstukken rond landbouw, voedselzekerheid en wereldwijde armoede niet op met louter biologische landbouw. De belangrijkste reden hiervoor is dat biologische landbouw om minstens twintig procent meer grondoppervlak vraagt dan reguliere landbouw, aldus de website. In het geval we tien miljard mensen met biologische landbouw zouden willen voeden, gaat een extra ruimte verloren ter grootte van het Amazonegebied.
Replanet pleit daarom voor verdere intensivering van de landbouw om zoveel mogelijk voedsel te realiseren op een zo klein mogelijke oppervlakte. Want vers, lokaal en biologisch zijn prima als individuele keuze, maar tot een lagere ecologische voetafdruk zal het niet leiden. Om de biodiversiteit te bevorderen en opnieuw een aantrekkelijk platteland te creëren met veel biodiversiteit, pleit men voor meer natuur en twee soorten landbouw. Enerzijds extensieve en biologische landbouw aan de randen van de natuurgebieden. Biologische boeren moeten dan niet alleen betaald krijgen voor hun producten, maar ook voor maatschappelijke en landschappelijke diensten. Een rationele industriële landbouw kan dan plaatsvinden op de meest productieve gronden met de nieuwste technieken en wetenschappelijke inzichten op het gebied van productie en duurzaamheid.
Wat we volgens Vossen vooral niet moeten doen is het exporteren van een kneuterig, biologisch model zoals sommige Ngo’s in Afrika doen. “Daar moet de voedselproductie echt omhoog. Laten we hen niet opzadelen met ons romantische frame.”