Hou met tiny houses het boerenland in boerenhand


Kleine zelfvoorzienende huizen zijn dan geen wondermiddel tegen het woningtekort, maar wel cruciaal voor behoud van natuur en boerenerf, concludeert journalist Janneke Donkerlo.

september 2021

Journalist Caspar van de Poel (Opinie, 6 september) merkt terecht op dat het een gotspe is om tiny houses als de ultieme oplossing voor het woningprobleem te presenteren. De woningmarkt zit al jaren op slot met dank aan de VVD die buitenlandse investeerders heeft gelokt om goedkope huizen aan de woningmarkt te onttrekken.

Binnenlandse investeerders zien er geen been in om te investeren in luxe (tweede) woningen en vakantieparken. Dit alles gaat ten koste van woningen en vakantieparken voor mensen met een kleine beurs.

Maar los daarvan zijn tiny houses, de kleine volwaardige vrijstaande woningen, wel een manier om zichtbaar te maken dat we met ‘minder’ ook gelukkig kunnen zijn: minder spullen, minder energiegebruik, minder waterverbruik.

Minder is niet per se slechter

Doordat ze worden gebouwd met een houten skelet dat al is voorgeproduceerd, zorgen tiny houses voor langdurige opslag van CO2 en vrijwel geen stikstofuitstoot. Er zijn mensen die daar bewust voor kiezen. Voor hen is het geen doekje voor het bloeden, maar een manier om te laten zien dat ‘minder’ niet per se ‘slechter’ betekent. Dat de meeste mensen daar niet voor kiezen, is prima. Tiny houses zijn daarmee inderdaad geen oplossing voor het woningtekort.

Tegelijkertijd heeft zich een ander probleem aangediend: de milieuproblemen in de landbouw. Niets ten nadele van de boerenbedrijven die onder dwang van banken en regeringsbeleid steeds intensiever en groter zijn geworden, maar het is onvermijdelijk dat een deel van deze intensieve landbouw moet verdwijnen.

Geen lol en geen brood

Veel boeren hebben bovendien geen opvolgers meer; hun kinderen zien er geen lol en geen brood meer in. Het demissionaire kabinet wil daarom boerenland onteigenen. Kosten: 9 miljard euro.

Onteigening heeft twee grote nadelen: boeren raken hun grond kwijt en wie moet vervolgens de vrijgekomen landbouwgrond gaan onderhouden?

In de Brabantse Peel hebben ze daar iets op gevonden: geef boeren de vrijheid om vrijwillig grond om te zetten in bos en kruidenrijk grasland met per hectare twee tot drie tiny houses langs de bosrand. Geen volledige woonwijken dus, maar enkele huisjes die prachtig in het landschap passen. Heel anders dan de ontsierende megastallen. De huisjes hoeven bovendien niet aangesloten op het riool of het water- en elektriciteitsnet, zodat ze vrijwel helemaal zelfvoorzienend zijn.

Op deze manier blijft boerenland in boerenhand en het mooiste is misschien nog wel dat het de regering (lees: de belastingbetaler) geen cent kost. De boeren hoeven niet weg en blijven verantwoordelijk voor het onderhoud van de nieuwe natuur. Waarbij ze gebruik kunnen maken van de natuursubsidies die binnenkort vrijkomen uit het nieuwe Europese landbeleid.

Aantrekkelijk verdienmodel

De verhuur van de tiny houses, of de pacht van zelfgebouwde huisjes, vormt een aantrekkelijk verdien­model voor de boer. En de boer kan gewoon boer blijven. Honderden agrariers hebben zich vrijwillig en enthousiast achter dit plan geschaard. En meer dan tweeduizend aspirant-bewoners hebben zich al aangemeld voor dit plan.

Dit zijn de echt gemotiveerden, want wonen zonder aansluiting op de nutsvoorzieningen is nog wel een uitdaging. Deze bewoners zullen op hun beurt een impuls geven aan innovaties op het gebied van duurzaamheid. En dat is weer goed voor de economie.

Ook in andere provincies wordt het adagium ‘geen tiny houses in het buitengebied’ al losgelaten. In de Overijsselse gemeente Dalfsen mag een boer die een stal sloopt, daarvoor een tiny house in de plaats zetten.

Er zijn genoeg mensen voor te vinden die helemaal niet groot willen wonen. Niet omdat ze daar door de markt of een halfslachtig en kostbaar regeringsbeleid toe gedwongen worden, maar omdat ze daarvoor kiezen. Onder die mensen bevindt zich ook ondergetekende.

Dit artikel is een reactie op het stuk van Caspar van de Poel: Tiny houses lossen het woningtekort niet op 
Lees ook zes oplossingen voor de wooncrisis: Eén remedie zonder haken en ogen lijkt er niet te zijn.