Hoe grootschaliger en industriëler de veeteelt wordt, des te meer animo is er voor ‘natuurvlees’: vlees van runderen die in natuurgebieden hebben gelopen. De een beschouwt het als een ‘concept’, voor de ander is het een ‘filosofie’. Voor sommigen blijkt het een lucratieve niche.
juni 2017
Likkebaardend komen de Schotse Hooglanders aanlopen als ze Jelwin takjes van een boom zien knippen. Zo lokt de boer zijn runderen. Bijvoorbeeld als hij enkele dieren uit de kudde wil verplaatsen van het ene naar het andere natuurgebied. Of als ze rijp zijn voor de slacht. ‘Normaal zijn ze erg schuw. Mij kennen ze goed, dat scheelt.’ legt Jelwin Kuiper uit, een gemoedelijke dertiger, getrouwd met Ymkje en vader van twee jonge kinderen.
We staan achter de afrastering aan de rand van de Jiltdyksheide, het natuurgebied dat Jelwin en Ymkje Kuiper voor een symbolisch bedrag pachten van Staatsbosbeheer. De Hooglanders horen bij de groep van 58 runderen die over drie terreinen verspreid staan: 20 ha natuurgebied van Staatsbosbeheer en 20 van het Groninger Landschap; 10 ha is eigen bezit. Behalve Schotse Hooglanders hebben ze ook Herefords, een ander Brits runderras. Via een webshop verkopen ze hun producten aan particulieren. Tot in Belgie.
‘Het aantal dieren dat we per gebied mogen laten grazen, verschilt’, vertelt Jelwin. We kijken uit over de heide die op het punt staat in bloei te gaan. In de verte schittert het water van een ‘pingo’ (een kratervormig meertje, overblijfsel uit de ijstijd). ‘Dit gebied is 20 ha groot, maar het is erg drassig, daarom lopen er maar een paar Hooglanders. Het natuurgebied bij het Leekstermeer is ook 20 ha. Daar kunnen wel 35 dieren lopen.’
Natuurvlees als bijvangst
Nederland telt ca 140.000 ha natuurgebied. De terreinen worden beheerd door particulieren en Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en FREE Nature. De TBO’s bepalen hoeveel runderen er in een natuurgebied mogen grazen en de periode dat ze daar mogen verblijven. Dit staat in de beheersovereenkomsten en pachtcontracten.
Ca 6000 boeren hebben vee grazen in deze natuurgebieden. Om de kuddes vitaal te houden, moeten de dieren zich voortplanten. Kort na hun geboorte krijgen ze een oormerk zodat ze onder de veewet vallen. Ze moeten namelijk gecontroleerd worden geslacht. Voor de TBO’s zijn de runderen ‘bijvangst’. Hun hoofdtaak is begrazing. Zonder begrazing zouden de natuurgebieden binnen de korte tijd verbossen. voor de boeren zijn de koeien een vorm van hobbyisme. Of een broodwinning.
Voorheen zochten veel TBO’s en particuliere boeren een eigen weg om hun vlees te vermarkten. Dat bleek niet erg efficiënt: TPO’s wilden niet teveel rompslomp van hun ‘bijvangst’. En particuliere boeren verdienden vaak te weinig als individuele natuurveehouders. De tijd was rijp voor een vorm van samenwerking die in 2013 leidde tot de oprichting van Natuurvlees Cooperatie Nederland met aanvankelijk 7 leden.
Twee jaar geleden werd de coöperatie overgenomen door Ed Hendriks van ‘Meat Concepts’. Hij zette het merk in de markt: ‘Eerlijk vlees uit de Hollandse natuur.’ Er kwam een handboek met Unique Selling Points waaraan zowel de aangesloten boeren (inmiddels tachtig), de slachters en de verwerkers moeten voldoen. De voorwaarden komen hier op neer: het merk bestaat uit Franse vleesrassen – Limousines en Blondes; de koeien moeten ruim een half jaar in een natuurgebied kunnen grazen. De rest van het jaar staan ze op stal en worden bijgevoerd met eigen kuilgras of hooi, of met voer van elders. Zo blijven ze op gewicht. De stierkalfjes mogen ruim een half jaar bij de moeder lopen. Dan worden ze volgens Hendriks te gevaarlijk en gaan ze naar een traditionele mesterij om uiteindelijk in het reguliere vleescircuit terecht te komen. Alleen de vrouwelijke dieren komen in aanmerking voor het natuurmerk. Hendriks: ‘Hun vlees is zachter en smaakvoller, ook al zijn ze zeven of acht jaar oud.’ De prijs die de consument voor het Natuurvlees-Nederland betaalt, is 10-15% duurder dan gangbaar vlees. Het vlees is te koop bij de Sligro.
Altijd buiten
Terwijl de koeien van Natuurvlees-Nederland een deel van het jaar buiten lopen, staan de dieren van de Kuipers geen dag op stal. Ze eten alleen maar gras. ‘Ziek zijn ze nooit’, aldus Jelwin Kuiper, ‘Ik laat af en toe mest- en bloedmonsters nemen, maar daar komt nooit iets uit. Het enige waar ze een keer last van kregen was selenium- en kopergebrek. Dat heb ik opgelost door Keltisch Zeezout te geven en af en toe een bolus.’
Grasgevoerd is bovendien veel duurzamer, aldus Jelwin: ‘Voor onze dieren hoeft geen regenwoud gekapt te worden voor de verbouw van graan en soja. Dat zijn bovendien gewassen die ten koste gaan van land waar de plaatselijke bevolking beter voedselgewassen kan verbouwen.’
Omega-3
Door het voer en de levenswijze van de runderen is het vlees van de Schotse Hooglanders ontzettend gezond, aldus de Kuipers. Deze claim is gebaseerd op het feit dat ‘grasgevoerd vlees’ een hoger gehalte bevat aan Omega-3 vetzuren. Omega-3 komt doorgaans alleen voor in plantaardige olies en vette vis. Het wordt gerekend tot de ‘gezonde vetten.’
Volgens het Voedingscentrum zijn er inderdaad aanwijzingen dat het vlees van runderen, die alleen gras en kruiden eten, meer goede, gezonde vetten bevat. Het gaat hier echter om minder, en andere, omega-3-vetten dan in vis.
Het wetenschappelijke tijdschrift ‘Nutritional Journal’ schreef al in 2010 dat dertig jaar onderzoek heeft uitgewezen dat grasgevoerd vlees substantieel meer linolzuur en Omega-3 vetzuur bevat. Ook andere studies bevestigen dat het vlees meer stoffen bevat die zorgen voor de aanmaak van vitamine A en E, en antioxidanten. De onderzoekers vermelden erbij dat grasgevoerd vlees daardoor een andere smaak kan krijgen dan dat van runderen die louter brokken en granen hebben gehad. Dit is inderdaad het geval bij de stiertjes die in de reguliere Nederlandse rundvleesindustrie worden afgemest. Ze worden bij de geboorte gespeend, krijgen daarna melk, brok (soja) en mais. Naar schatting nog geen 5% blijft hooguit zes maanden bij de koe. Ook het Natuurvlees bij de Sligro (louter koeien) is grotendeels grasgevoerd.
Natuurlijke voortplanting
Het ‘diervriendelijke’ aspect van hun werkwijze is een absolute must voor de Kuipers. Ymkje was vegetariër, totdat ze Jelwin tegenkwam en zag dat je ook op een diervriendelijke manier vlees kon produceren. Jelwin is de zoon van een traditionele varkensboer. Maar behalve varkens had zijn vader ook altijd een aantal Schotse Hooglanders. Na een tijdje had Jelwin het wel gehad met de doordenderende intensieve varkenshouderij. Samen besloten ze verder te gaan met alleen natuurrunderen. Dat vinden ze mooi: beesten in de natuur die zichzelf kunnen redden.
De koeien worden nog puur natuur gedekt door een echte stier. Jelwin: ‘Het kalveren gaat altijd zonder problemen. Maar ik zorg er wel voor dat de koeien allemaal in dezelfde periode kalveren krijgen zodat ik overzicht houd. Bovendien kunnen ze zo in de zomer reserves opbouwen, want in de winter vallen ze altijd een beetje af. Alleen als het echt nodig is, krijgen ze wat extra’s. Kuilgras of hooi, maar nooit krachtvoer of brokken.’
De stieren blijven bij de moeder tot ze een jaar oud zijn. Als ze geslachtstrijp worden, zet Jelwin ze apart van de koeien om inteelt te voorkomen: ‘We laten al ons vlees twee week rijpen; dit komt de malsheid ten goede. Onze klanten weten precies welk vlees ze bij ons in de kuip hebben.’
Al lang geen vegetariër meer
Aanvankelijk hadden de echtelieden allebei nog een baan (onder meer bij de AID en Schothorst Feed Research), maar door de verzending van de vleespakketten kunnen de Kuipers sinds vier jaar goed rondkomen van hun boerenbedrijf annex webwinkel.
Naast het rundvlees van hun bedrijf en dat van hun collega’s, verkopen de Kuipers ook varkensvlees van ‘buitenvarkens’. Het vlees komt van een varkensboer wiens varkens in iglo’s kunnen schuilen. Alleen tijdens het biggen ligt de zeug met haar kroost twee weken binnen.
Een ambachtelijke slachter van de Veluwe verwerkt het vlees en stuurt dit geseald en bevroren naar een verzendbedrijf in Dronten, waar ‘mensen met mogelijkheden’ de bestellingen naar de klant sturen. Een gemengd vleespakket van drie kilo kost 45 euro (de biefstuk gaat dan in porties van 250 gram). Dit is inderdaad, zoals de Kuipers zelf op hun website vermelden ‘niet spotgoedkoop.’
Het aantal natuurgebieden in Nederland neemt waarschijnlijk niet of nauwelijks meer toe. Als er al natuur bijkomt, is dat ‘natte natuur’ en land waar dieren kunnen grazen. Met het huidige aantal natuurrunderen zouden we met zijn allen nog maar 4 x per jaar een stukje rundvlees kunnen eten (zie kader). Ymkje is inmiddels vegetariër af. De Kuipers eten nu vijf x per week vlees. Zij rekenen zichzelf (en hun klanten) dan ook tot de ‘happy few’.
Een greep uit boeren en bedrijven die natuurvlees aanbieden:
Kader Het Oerrund
Het originele oerrund, de Auroch, bestaat niet meer. Het was een groot dier met een schofthoogte van 1,80. Al in de Middeleeuwen waren de populaties Aurochs door intensieve bejaging en vernietiging van het leefgebied gedecimeerd. In 1627 werd het laatste exemplaar in Polen naar de eeuwige graasvelden geschoten. Oorspronkelijk leefde het rund in dichte aaneengesloten loofbossen met veengebied en moerassen nabij een rivier. Dat het oerrund in de prehistorie heeft samengeleefd met de mens kan worden opgemaakt uit de zeer natuurgetrouwe wandtekeningen in de grotten van onder andere Lascaux in de Dordogne, Zuidwest-Frankrijk.
Beschikbaarheid natuurvlees
Afgaande van cijfers van het LEI uit 2014 eten we in Nederland naar schatting 7 kg rundvlees per persoon per jaar (dat komt per persoon neer op een gemiddelde portie van ca 135 gram per week).
17 miljoen (m) mensen x 7 kg = 119 m kg rundvlees
1 rund levert 250 kg consumeerbaar rundvlees
119 m : 250 kg = 476.000 runderen
In Nederlandse natuurgebieden lopen ca 100.000 runderen. Daarvan wordt ca 25% per jaar geslacht = 25.000 runderen.
25.000 koeien x 250 kg = 6,25 m kg = 5,25% van totale rundvleesconsumptie
Als alle 17 m Nederlanders natuurrundvlees zouden willen eten, kunnen ze dat 3,7 x per jaar doen (minder dan 1 x per kwartaal)
62,5 m kg : 17 m mensen = 3,7 porties per jaar
Als je het aantal vegetariërs in Nederland niet meerekent (volgens DietCetera momenteel 800.000), dat betekent dit bijna 1 portie per kwartaal.
62,5 m kg / 16,2 m mensen = 3,9 porties per jaar