Van de gevangenis naar de straat


Sommige veelplegers met een isd-maatregel zitten jaren in de gevangenis. Daarna belanden ze vaak op straat waar ze weer vervallen in hun oude gedrag. Voor verstandelijk gehandicapte veelplegers die ook nog eens kampen met gedragsproblemen lijkt nergens plek te zijn.

juni 2011

De huisvesting van daklozen is de laatste jaren sterk verbeterd. Er is echter een groep die hardnekkig buiten de boot valt: verslaafde veelplegers met psychische problemen die daarbij ook nog eens beperkt zijn. Tot voor kort werd de verstandelijke handicap niet eens onderkend. Maar na de invoering van de isd-maatregel (inrichting stelselmatige daders), werd het mogelijk veelplegers twee jaar op te sluiten, en toen werd duidelijk dat een aantal van hen een laag IQ had. Lousje Koning, voormalig gevangenisdirecteur in Amsterdam, zet zich sinds haar pensionering, twee jaar geleden, in voor deze groep. Zij doet dit in nauwe samenwerking met het Leger des Heils, dat al een paar jaar huisvesting biedt aan verslaafden met een psychiatrische stoornis – de zogenoemde Domushuizen.

Voor de minder intelligente verslaafden zal er – deo volente – een Domus-plus komen. Koning kent deze mensen van nabij: ‘Voorheen liep een veelpleger na een paar weken weer vrij rond. In de isd kunnen we mensen echter langere tijd observeren. Dat is handig, want soms kom je er pas na maanden achter dat er meer aan de hand is. Verstandelijk beperkte veelplegers zijn vaak streetwise, ze lijken slim, maar ze zijn het niet. Neem Dennis, hij kon lullen als Brugman, maar bleek slechts een IQ te hebben van 54. We hadden dat aanvankelijk, toen hij in de gevangenis zat, niet in de gaten en stelden te hoge eisen. Hoeve Boschoord in Drenthe was tot voor kort de enige forensische behandelinstelling met de juiste expertise. Helaas met een wachttijd van drie jaar. En ook daar geldt: waar moet iemand na afloop wonen?’

Dennis heeft nog geluk gehad, hij kreeg via een rechterlijke machtiging onderdak in een half open ggz-instelling in Drenthe.

Driemaal isd

Triple criple worden deze veelplegers met een drievoudige problematiek – verslaafd, psychische problemen en verstandelijk beperkt – ook wel genoemd. Ze krijgen hun leven zelf niet op orde, recidiveren vaak en belanden al snel weer in de gevangenis. Volgens Lousje Koning is het niet vreemd dat deze drievoudig gehandicapte groep snel recidiveert: ‘In de bajes is veel structuur, dat geeft rust. De regels zijn er rigide en gelden voor iedereen. Waarmee ik natuurlijk niet pleit voor een eindeloos verblijf in de gevangenis, niemand vindt het leuk om opgesloten te worden. Maar zodra zo iemand moet terugvallen op zichzelf, gaat het fout.’

De voorbeelden liggen voor het oprapen: Erik bijvoorbeeld, een vrolijke clown, maar een hopeloos geval. Koning: ‘Erik kon elke fiets open krijgen. Van de veertig levensjaren had hij er twintig doorgebracht in detentie. De isd had hij zonder problemen afgemaakt. Hij zou gaan werken bij de fietsenmakerij van de Jellinek. Dolgelukkig was hij. Op een donderdag werd hij bij de poort opgehaald en naar een huis van de maatschappelijke opvang gebracht. Op maandag zou hij zijn eerste zakgeld krijgen. Ter overbrugging kreeg hij 35 euro voorschot mee. In de bajes ging het geld ‘s avonds altijd in een kluisje, in de maatschappelijke opvang niet. Diezelfde avond ging het al mis. Erik had geld en ging voor Sinterklaas spelen: op zijn kamer kregen alle mannen een biertje, de joints gingen rond. Met als gevolg dat hij op maandag geen geld meer had voor de tram. Dan ga je maar lopen, kreeg hij te horen. Maar ja, hij was niet voor niets kampioen fietsendief.’

Of neem Diego, met een IQ van 74. Als zijn moeder op zijn 26e overlijdt, is hij niet alleen zijn steun en toeverlaat kwijt, maar ook zijn huis. Hij verdwijnt in de anonimiteit van Amsterdam en raakt verslaafd aan marihuana, heroïneen crack. Met hosselen en kleine winkeldiefstallen onderhoudt hij zijn verslaving. Psychisch en lichamelijk raakt hij steeds verder in het slop. Onlangs heeft hij voor de derde keer isd gekregen. Hij is nu 46 jaar.

Afschuifgedrag

Hans Oud, programmamanager van de isd in Amsterdam, zegt: ‘Afkicken en als normale burgers terugkeren in de samenleving, dat zit er voor veel van deze mensen niet in. Zonder passende huisvesting en begeleiding kun je er op wachten tot ze weer worden binnengebracht.’ Voor deze gecompliceerde groep is een aparte woonvorm dan ook geen overbodige luxe. Lousje Koning maakt zich al drie jaar hard voor een Domus-plusvoorziening. In gewone Domushuizen wonen verslaafden met psychiatrische problemen, maar de eerste Domus-plusvoorziening is nog steeds niet van de grond gekomen. Koning: ‘Ik vind het onvoorstelbaar dat de ggz en gehandicapteninstellingen deze mensen buiten de deur hebben gehouden. Ze vinden de problematiek te ingewikkeld en zeggen dat ze daar de expertise niet voor hebben. Dat afschuifgedrag maakt me boos. In de bajes kon ik ook niet zeggen: die vinden we een beetje eng dus die we nemen we niet.’

Bovendien zijn burgers bang voor verslaafden. Koning: ‘De vooroordelen zijn enorm. In het Amsterdamse Westelijk havengebied stond de lokale autodealer aanvankelijk op zijn achterste benen. Inmiddels heeft hij zelfs een aantal Domus-bewoners in dienst. In de Rivierenbuurt stondeen kantoorpand leeg, het stadsdeel was al akkoord. Ik dacht dat het een keurige buurt was, maar tijdens de inspraakavonden had de voorlichter nota bene politiebegeleiding nodig. Het plan ging niet door.’

Gemeenten verantwoordelijk

Punt is dat niet het ministerie van Justitie, maar de gemeenten verantwoordelijk zijn voor huisvesting van ex-gedetineerden. Zeker als het om verslaafde veelplegers gaat, is dat geen sexy onderwerp. Daar krijgen politici bij bestuurders en burgers niet gemakkelijk de handen voor op elkaar. Want in welke wijk, in welke straat moet zo’n pand komen? In Utrecht en Rotterdam bestaat al een achttal woonvoorzieningen met intensieve begeleiding voor deze doelgroep, midden in de wijken. Maar in veel andere gemeenten gaan bewoners met succes dwarsliggen; in Den Bosch ging een voorbestemd pand in 2008 zelfs in vlammen op.

In Amsterdam heeft de gemeente de huisvesting uitbesteed aan het Leger des Heils. Die opende in 2008 en 2009 drie Domushuizen voor verslaafden met psychiatrische problemen en maakt zich nu, samen met Lousje Koning,ook hard voor aparte huisvesting voor de triple criple. Want een gedragsgestoorde, verstandelijk beperkte verslaafde heeft andere behoeften dan een verslaafde met psychiatrische problemen.

‘Met onze cliënten kun je op zich goed overleggen’, vertelt Katia Maas, clustermanager van de ‘gewone’ Domushuizen. ‘Zij willen gelijkwaardig en als volwassene behandeld worden. Wij nemen daarom veel tijd om te praten, we schetsen verschillende scenario’s, helpen mensen keuzes te maken. Maar iemand die niet zo slim is, kan dat niet aan. Die heeft geen behoefte aan ingewikkelde gesprekken. Die wil graag korte zinnen, beperkte keuzes, eenduidige afspraken. We krijgen binnenkort een verstandelijk beperkte oudbewoner terug uit de isd. Hij eist veel aandacht en krijgt dan ruzie met medebewoners. We gaan hem nu veel strakker houden, samen pinnen, helpen bij het boodschappen doen, meer begeleiden. Maar ik houd mijn hart vast.’

Eindeloos leuren

De ggz, de gehandicaptenzorg, de verslavingszorg, de gemeente, de gevangenis en de daklozenopvang, iedereen is het er over eens dat in Amsterdam minstens één Domusplusvoorziening moet komen. De doelgroep woont nu op straat, zit in de isd of woont in de reguliere opvang. Daar zijn ze een probleem voor anderen en zichzelf.

Twee jaar geleden waren de plannen voor een Domusplus al in kannen en kruiken. Alle plekken zijn gereserveerd, maar wat nog altijd ontbreekt is een locatie. Koning: ‘Het gaat om een voorziening met 24 kamers, een gemeenschappelijke keuken en een huiskamer. Als we een plek hebben, kunnen we binnen drie maanden van start. Voor nieuwbouw hebben woningcorporaties momenteel echter geen geld en een leeg kantoorpand is niet zomaar geschikt. De verschillende stadsdelen zijn heel kritisch, ik heb eindeloos lopen leuren. Telkens als je denkt dat er schot in zit, komt er weer wat tussen.’

Een paar maanden geleden kwam Arkin, de Amsterdamse ggz-instelling voor psychiatrie en verslavingszorg, met een aanbod voor een tijdelijke huisvesting gedurende vijf jaar. Het team van het Leger des Heils zal, namens de gemeente, het beheer en de begeleiding voor haar rekening nemen. De verwachting is dat eind augustus de onderhandelingen zijn afgerond. Het is wel belangrijk dat de gemeente na die vijf jaar een permanente behuizing ter beschikking stelt.

Diego zit inmiddels sinds juni 2009 weer in detentie. Naanderhalf jaar verloor hij het hoger beroep dat advocaat Ruth Jager had aangetekend tegen zijn derde isd-maatregel. Haar argument was dat haar cliënt van goede wil was maar dat er voor hem nog nooit naar passende huisvesting was gezocht. In november 2010 werd Diego uit de gewone bajes naar de isd-inrichting overgeplaatst. Daar zit hij nu nog steeds. Met Domus-plus was dat wellicht niet nodig geweest.

Landelijke cijfers

In 2008 deden onderzoeksbureau IVO en verslavingsinstelling Novadic-Kentron voor het eerst gestructureerd onderzoek naar het intelligentieniveau bij gedetineerden. In de PI Vught was 51 procent van de isd’ers polydrugsverslaafd, had een gedragsstoornis en een lager dan gemiddeld IQ. Negentien procent had een IQ lager dan 85 en negentien procent zelfs lager dan 70. Onderzoeker Peter Greeven: ‘Dat aantal kun je gerust extrapoleren naar de andere tien isd-locaties.’

Uit informatie van Justitie blijkt dat sinds 2001 ongeveer 2000 keer een veelplegersmaatregel is opgelegd. Ongeveer 200 mensen kregen vaker isd. Van alle mensen die in 2009 uit de isd kwamen, had ruim dertig procent geen onderdak.